Stelling: reclame moet irriteren, anders blijft ze je niet bij. Nu irriteren reclames mij om allerlei redenen, bijvoorbeeld omdat ze midden in een spannende film vertoond worden of omdat ze uitgaan van een wel erg verwrongen wereldbeeld. Mij is niet duidelijk waarom de Optimel-reclame op jonge vrouwen gericht wordt terwijl vaak de oudere man te dik wordt (Ikke?? Welnee!). Het zal wel iets te maken hebben met het feit dat vermageringsproducten ook op vrouwen gericht worden – die ideologie van afslanken spreekt vooral vrouwen aan (soms tot in het absurde) en bovendien: vaak zijn het de vrouwen die het dagelijkse kostje koken, denkt men in reclameland.
Helemaal bont maakt de Blueband-reclame het: daar zie je in essentie een Vrolijke Huisvrouw die bij het ontbijt belaagd wordt door manlief en dochter die om het hardst roepen waar hun roomboter respectievelijk margarine blijft… en in plaats van ze met de koppen tegen elkaar te slaan of een flinke berg boter op het hoofd te laden, zet de sloof in een handomdraai een kuipje Blauwe Band roomboter-margarine op tafel (ik zou zeggen: vlees noch vis, en in het ergste geval een product dat de nietsige smaak van halvarine combineert met de hartvervetting van roomboter – maar wel gezouten met zeezout, en daar wordt het beter van -) maar daar gaat het niet om: had het stomme mens dat niet vooraf op tafel kunnen zetten? Was ons deze vertoning bespaard gebleven… En wat krijgt ze voor deze reddende greep naar het botersurrogaat: niets, helemaal niets! Als het ondankbare volk naar werk of school vertrekt (haar vanzelfsprekend met de vaat achterlatend), dan moet ze er zelf tussenspringen en bedelen om een klein blijk van waardering – tevens het hoogtepunt van deze reclame èn van deze column: “Jongens, wààr is mijn kus!?!” Nog even voor ik terugkom op deze geniale zin een woord over dat zeezout: wist je dat bacon bij de Jumbo handgezouten is? Let er maar eens op, het wordt er gelijk lekkerder van…
Hoe maatschappelijk incorrecter de reclame, hoe correcter de articulatie en de uitspraak moet zijn, denkt men waarschijnlijk in reclamenland. (Kom ik weer, met mijn kopjen koffie). Het woord ‘jongen’ is, leert het etymologisch woordenboek, ontstaan uit het bijvoeglijk naamwoord ‘jong’. Zoals het zelfstandig naamwoord ‘zieke’ afgeleid wordt van ‘ziek’, zo was het oorspronkelijke woord ‘jonge’ afkomstig van ‘jong’. Dat zie je nog aan het verkleinwoord: het is een jongetje en geen jongentje. Het wachten is op de reclame die roept: ‘Jongentje, kom eens even hier!’ En het rare is: die spellingsuitspraak (je spreekt een woord uit precies zoals het geschreven staat: dus kunststof wordt niet uitgesproken als kunstof maar als kunststof) hoor je overal in de reclame, als je er eenmaal op let. Om nog een voorbeeld te geven hier de reclame van Unox rookworst. Weer die jongens in een filmpje waar moeder de vrouw gekookt heeft en de vrouwen de mannen moeten opvoeden (‘kleuters…’, verzucht de dochter). Ja ja, die mannen: het blijven kinderen hè, of liever: jongens. En ze worden op een gegeven moment ook te dik – daar gaan wij vrouwen Optimel om eten…
Reinder, heerlijk, opwekkend gemopper!
En dan nog leerzaam ook, over die -n.
Misschien kun je ook nog eens iets schrijven over het reageren op blogs.
Ik zie je nog zitten. …met je Activia…. Gelukkig alleen voor vrouwen ?