Anna Enquist, De Verdovers

A

Pijn verdoven of ‘door de pijn heen gaan’ – ziehier de kwestie die aan de orde is in De Verdovers van Anna Enquist. Twee vakgebieden tegenover elkaar gezet: de anesthesie, het ambacht van het verdoven, en de psychoanalyse, de kunst van het opnieuw doen doorleven van levenspijn. Anna Enquist, zelf psychoanalytica, heeft wekenlang meegelopen op de afdeling anesthesie van een ziekenhuis en is daarbij volop in de gelegenheid geweest om beide benaderingen met elkaar te vergelijken. Die invalshoek, dat thema vond ik in eerste instantie mooi gevonden en reden om het boek te lezen. Later begon ik me steeds meer af te vragen of we hier geen valse tegenstelling zien en te kort door de bocht gaan. Is immers de fysieke pijn van een operatie wel te vergelijken met het oproepen van beelden van een pijnlijk verleden, is het geen appels met peren vergelijken? Laat ik het zo zeggen: als ik geopereerd moet worden, hoop ik geen anesthesist met psychoanalytische neigingen te treffen – “heel goed, mijnheer De Jager, adem in, adem uit, ga door die pijn heen!”

Maar goed, als een schrijver zo’n thema bij de hoorns neemt moet hij daar handen en voeten aan geven. Een thema is maar een thema, nietwaar. Vlees op het bot, mensen van vlees en bloed… In deze roman zijn psychiater Drik en zijn zus Susan, anesthesiste, de protagonisten. Drik is een psychiater in zijn nadagen, die net zijn vrouw verloren heeft en door zijn zwager – ook werkzaam in het vak – aangespoord wordt zijn métier weer op te pakken. Een onhandige man, een weifelaar. Aan de andere kant zien we Suzan, doener, praktisch ingesteld – ook heel concreet haar schoonzus, de vrouw van Drik, tot aan de dood verzorgd hebbend. Beiden met hun eigen manier van doen tegenover hun dementerende vader, die in hun jeugd op traumatische wijze zijn vrouw verloren heeft. Die ‘eigen manier’  blijkt bijvoorbeeld uit de wat filosofisch-abstracte benadering die Drik tegenover de dementie van zijn vader heeft (“moet ik met hem meelopen door de nevels van zijn geest naar het verleden”) en de onmiddellijk beredderende houding van Suzan. Op zich allemaal goed te volgen, goed verteld ook – al blijven de personen voor mij te abstract, zijn het inderdaad protagonisten van de tegenover elkaar staande type mensen die het thema moeten illustreren. Ik moest halverwege het boek nog eens een keer weer opzoeken hoe de één heette en de ander, een veeg teken: ze waren mij niet nader gekomen. Drik, Dirk, Dikkertje Dap? Het was mij om het even. Het speelt ook allemaal in een erg academisch milieu – brood op de plank is daar geen issue kennelijk. Maar was het hierbij gebleven dan had ik het boek zonder kleerscheuren kunnen uitlezen – al de scènes op de OK misschien wat te veel van het goede, maar het punt was gemaakt, het thema met af en toe rake waarnemingen duidelijk gemaakt.

Waar het boek voor mij helemaal, maar dan ook helemaal ontspoorde was bij de introductie van de figuur van Allard. Die naam zal me bijblijven, en dan niet omdat het bijna rijmt op ‘mallerd’. Hij is in opleiding als psychiater en moet daarom een leer-analyse volgen. Bij Drik, dus, die daarmee zijn vak weer oppakt. Drik krijgt geen vat op hem, ook omdat hijzelf nog teveel getroebleerd is. Allard besluit van opleiding te veranderen en wil in plaats van psychiater anesthesist worden. Thema, thema! Met die beslissing komt hij in het vaarwater van zus Suzan, die zijn begeleiding op zich neemt. Intussen blijft hij wel in therapie bij Drik, die te lang aarzelt om de therapie te stoppen hoewel hij als broer allerlei verwikkelingen tussen Allard en zijn zus uit de eerste hand te horen krijgt. Verwikkelingen zoals het eerste kusje nota bene onder de operatietafel tussen allerlei draden en buizen door bij een werkelijk bloedstollende operatie, tot aan gefoezel in de bezemkast aan toe. Als Allard dan ook nog het vriendje blijkt van Suzans dochter Roos (ook alweer zo’n bloedeloos geval)… Ja dan…

Ik moet stoppen nu – anders geef ik zo de plot weg van een aflevering van “Achter gesloten deuren”, “ER” of “Grays anatomy”. Drama, drama! Maar voor mij een ontluisterend doktersromannetje dat het op zich interessante thema naar beneden haalt. Je zou haast denken dat Enquist een pastiche op het genre heeft willen schrijven. Dat geloof ik eigenlijk niet, en ik vind het daarom jammer dat dit schrijftalent aan zo’n verhaaltje verspild is.

1 reactie

  • Ook dit boek ben ik gaan lezen omdat jij het noemde. Als de schrijfster ontspoord is als gevolg van haar research, zou dat voor mij herkenbaar zijn. De irrelevante uitweidingen over de techniek van de ‘verdoving’ doet vermoeden dat dit aspect van het vak haar heel zwaar gevallen is. Ik ken de neiging om in rapporten te veel aandacht te besteden aan wat ikzelf moeilijk vond. Gelukkig had ik een goede baas, die me corrigeerde. Jouw opmerkingen over die ‘mallerd’ onderschrijf ik volkomen. Als de belangrijkste personages uit dit verhaal niet zo zwijgzaam waren gemodelleerd, dan was het boek een stuk dunner geworden.